Je hebt recht op een leefloon als je inkomen onvoldoende is en als je niet in staat bent die toestand te veranderen. Als jouw inkomen lager is dan het leefloon, kan je vragen om het verschil bij te passen zodat jouw inkomen op dezelfde hoogte komt als het leefloon.
Voorwaarden
Om recht te hebben op het leefloon moet je aan volgende voorwaarden voldoen:
- je werkelijke verblijfplaats is in België
- je hebt de Belgische nationaliteit
- je bent meerderjarig (= 18 jaar of ouder) of je bent door huwelijk meerderjarig verklaard, je hebt kind(eren) ten laste of je bent in verwachting
- je beschikt niet over voldoende inkomsten, je kan er geen aanspraak op maken en je bent niet in staat ze te verwerven door persoonlijke inspanningen of andere middelen
- je bent bereid om te werken, tenzij dat niet kan om redenen van gezondheid of billijkheid
- je hebt eerst jouw recht op andere mogelijke sociale uitkeringen gebruikt (Voorbeelden: je recht op werkloosheidsuitkering, pensioen, studietoelage ... Je moet het leefloon beschouwen als een laatste toevlucht.)
Procedure
Je vraagt het leefloon aan bij de sociale dienst van het OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn) van jouw gemeente. Hiervoor moet je alle nodige informatie geven: identiteit, het bedrag van jouw inkomsten en van die van de mensen waarmee je samenwoont, samenstelling van het gezin, bezittingen ...
Na onderzoek krijgt je het leefloon van het OCMW al dan niet toegekend.
Prijs
Het bedrag waarop je recht hebt, wordt bepaald op basis van jouw familiale toestand. Er bestaan drie categorieën:
- Samenwonende: wanneer je met iemand samenwoont met wie je de uitgaven voor het huishouden (huur, energie, enz.) deelt, wordt je beschouwd als samenwonende. Dat moet niet noodzakelijk met jouw partner zijn.
- Alleenstaande: wanneer je alleen woont, word je beschouwd als een alleenstaande.
- Samenwonend met gezinslast: wanneer je minstens één minderjarig kind ten laste hebt, wordt u beschouwd als met gezinslast.
Het bedrag hangt af van de categorie waartoe je behoort.
Regelgeving
Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
Wat meebrengen
- identiteitskaart
- bewijzen van jouw bestaansmiddelen, waaronder:
- bewijzen van actuele inkomsten van alle gezinsleden
- overzicht van jouw spaargelden en van de mensen waarmee je samenwoont.