Je hebt meer buren dan je denkt. In onze provincie zijn er namelijk heel wat bijzondere dieren en planten om te koesteren. In Haacht zijn dat de volgende soorten.
Betonie
De plant wordt 30 tot 90 cm hoog en bloeit van juni tot augustus met paars-rode, soms witte bloemen. De bloemen vormen een dichte schijnaar. De meeste bladeren zitten in een wortelrozet. Ze zijn langwerpig tot langgerekt eirond, netvormig gerimpeld, hebben een hartvormige voet en zijn stomp tot vrij spits gekarteld. De onderste bladeren hebben een lange en de bovenste bladeren een korte bladsteel. De kantige stengel is onvertakt en draagt korte haren.
Bosorchis
De bloem van de Bosorchis is bleekroze of witachtig en bezit donkerrode vlekken. De bloemen vormen een dichte aar. Meestal draagt elke plant zeven tot twaalf, meestal donker gevlekte bladen, die vaak merendeels klein zijn. De vorm varieert van omgekeerd eirond tot elliptisch. De onderste bladeren omvatten de stengel als een schede. Van onderen is het blad glanzend.
Eikelmuis
De eikelmuis heeft een grijs- tot warmbruine rugvacht, die scherp afgescheiden is van de witte tot geelwitte buik. Het opvallendste kenmerk is de tekening op het gezicht. Dit masker heeft een zwarte kleur en loopt als een streep aan weerszijden van de kop vanaf de snuit, rond de ogen tot achter het oor. De eikelmuis draagt ook een tweekleurige, lange pluimstaart. Deze is aan de bovenzijde bruin en wordt naar de punt toe zwart, terwijl de onderzijde, net als de eindpluim, wit is. De eikelmuis heeft vrij grote oren, zwarte ogen en een spitse neus met lange zwarte snorharen.
In 2013 heeft Natuurpunt een hoogstamboomgaard aangeplant, een actie die ook gericht is op de ondersteuning van de eikelmuis.
Huiszwaluw
De lichaamslengte van de huiszwaluw bedraagt 13 tot 15 cm. De soort wordt gekenmerkt door een korte gevorkte staart. De bovenzijde van het verenkleed is blauwzwart met een witte stuitvlek, de onderzijde en keel zijn wit. De heldere roep prrrit-prrrit is makkelijk herkenbaar.
We weten dat binnen onze gemeente de huiszwaluw vooral voorkomt in de brede kern van Tildonk. Hier werkt het lokaal bestuur samen met intercommunale IGO voor de plaatsing van nestkastjes. Woon je zelf in de brede kern van Tildonk, en sta je open voor een nestkast aan jouw dakrand, neem dan contact op met de lokale milieudienst via milieu@haacht.be. Je adres wordt vervolgens aan IGO doorgegeven om te zien of de locatie geschikt is.
Kamsalamander
De kamsalamander is een grote salamander (tot 18 cm) met een brede kop. De vrouwtjes zijn groter dan de mannetjes. De kamsalamander heeft een grofkorrelige huid en de rug is bruin tot blauwzwart gekleurd en voorzien van meer of minder duidelijke ronde zwarte vlekken. Het onderste gedeelte van de flanken vertoont vele witte spikkels en de buik is oranje tot geel getint met grote zwarte vlekken (doorlopend op de binnenkant van de poten en de tenen). De keel is eveneens donkeroranje tot zwart met kleine witte spikkels.
In de voortplantingstijd draagt het mannetje een hoge kam op de rug die ter hoogte van de achterpoten door een duidelijke inham gescheiden is van de brede staartzoom. Op de rug is de kam onregelmatig gekarteld terwijl deze op de staart bepaald gekarteld is. Over de staart loopt een opvallende, parelmoerkleurige lengtestreep. Het vrouwtje bezit in de waterfase een kleine staartzoom met aan de onderrand een oranje band. Na de voortplantingstijd verdwijnen de kammen en gaan de dieren aan land. Het geslachtsonderscheid is dan veel moeilijker te zien. De rug is in de landfase soms uniform zwart, vooral bij de vrouwtjes. Ook hebben die vaak een gelige lijn over het midden van de rug. Bij de mannetjes is de cloaca en de onderzijde van de staart zwart terwijl deze bij de vrouwtjes oranjegeel is. De mannetjes behouden in de landfase vaak de staartstreep. Hun huid doet ruw aan door de kleine wratjes op de rug, flanken, kop en poten. De larven zijn meestal crémekleurig en hebben een gevlekte staartzoom met zwarte vlekken. Hun vingers en tenen zijn opvallend lang. Ze worden tot 8,5 cm lang.
We weten dat binnen onze gemeente de kamsalamander vooral voorkomt rond de Antitankgracht. Hier is vooral Natuurpunt in de weer om de soort te steunen. Meer informatie over hun project vind je hier.
Sleedoornpage
De Nederlandse naam verwijst naar de meest gebruikte waardplant. Deze kleine dagvlinder heeft een opvallend oranje staartje aan de achtervleugel dat kenmerkend is voor de kleine pages. De bovenkant van de vleugels is donkerbruin. Bij het vrouwtje bevindt zich op de voorvleugel een grote opvallende, niervormige oranje vlek op de voorvleugel. De onderkant van de vleugels is lichtbruin tot oranje met een oranje band over de achtervleugel. Deze oranje band is omzoomd door opvallende witte lijnen.
Veldleeuwerik
De veldleeuwerik is een grotendeels bruine vogel met gestreepte bovenzijde en borst. Hij heeft een kop zonder opvallende kenmerken, met onduidelijke witte wenkbrauwstreep, kleine kuif, die – indien hij niet is opgericht – de kop een vierkant uiterlijk geeft. De borst is gelig met fijne donkere strepen, de overige onderdelen zijn wit. De staart van de veldleeuwerik is vrij lang met witte buitenste staartpennen. In vlucht heeft de veldleeuwerik een vrij lange staart en brede vleugels. De ondervleugels zijn grijs, met een witte achterrand aan de vleugel.
In de broedtijd is de veldleeuwerik sterk territoriaal, maar in de herfst en winter vind je hem ook vaak in grote groepen op de velden. De roep klinkt als een helder 'chirrup' of 'chirp', ook 'tsoei', met een luid, helder en jubelend gezang. De zang, die soms wel een half uur aan een stuk klinkt, wordt vaak al vliegend vanop grote hoogte gebracht (zangvlucht).
Waterspitsmuis
De waterspitsmuis is de grootste onder de Europese spitsmuizen. De bovenzijde van haar vacht is donkerbruin tot zwart en contrasteert sterkt met de onderzijde die varieert van grijs-wit tot donkerbruin-zwart. De oren liggen geheel verborgen in de vacht en worden bedekt door huidflapjes. De waterspitsmuis heeft een tweekleurige staart, met aan de onderzijde een dubbele rij haren (ook wel kiel genoemd) en franjes. De korte poten hebben zwemvliezen tussen de lange vingers. Deze typische kenmerken helpen haar bij het zwemmen. Verder heeft ze kleine zwarte ogen en een spitse snuit met lange witte snorharen. De witte tanden bezitten een rode tip, wat typerend is voor de onderfamilie van de roodtandspitsmuizen waartoe hij behoort. De waterspitsmuis is vrij luidruchtig. Hij maakt fluitende kreten, trillers en schrille krijsende en sissende geluiden.
Zelf een handje helpen?
Heb je zelf een stuk grond, en wil je de natuur graag een handje helpen? Neem dan contact op met één van deze instanties:
- Bebossen en bosonderhoud: Bosgroep Vlaams-Brabant (www.bosgroepvlaamsbrabant.be/)
- Kleine landschapselementen aanleggen: Regionaal Landschap Dijleland (www.rld.be/)