Een geveltuin is een smalle groenstrook aan de straatkant, onmiddellijk tegen de voorgevel van jouw woning. In een geveltuin kan je klimplanten, struiken of eenjarige planten zetten. Op die manier werk je niet alleen aan een natuurvriendelijke gemeente, maar dankzij de bijhorende ontharding ook aan een klimaatbestendige!
Als je een geveltuin wilt aanleggen en je neemt daarbij een deel van het openbaar domein in (bijv. voetpad), dan heb je een toelating nodig.
Voorwaarden
Om een geveltuin aan te leggen, moet je voldoen aan de volgende voorwaarden:
-
Panden waarvan de voorgevel niet grenst aan het openbaar domein komen niet in aanmerking voor een geveltuin.
-
Panden waarvan de voorgevel grenst aan een officieel fietspad of een baanvak voor gemotoriseerd verkeer, komen niet in aanmerking voor een geveltuin.
-
Panden waarvan de voorgevel grenst aan een voetpad met breedte 1,20 meter of minder komen niet in aanmerking voor een geveltuin.
-
Afhankelijk van de plaats en de densiteit van het aantal voetgangers in de omgeving kan het college van burgemeester en schepenen een grotere vrije doorgang dan 1,20 meter breed opleggen.
-
Er dient minstens 30 cm afstand worden gehouden van aanpalende eigendommen, tenzij er een onderling schriftelijk akkoord bestaat tussen de betrokken eigenaars. Dit akkoord is bij de aanvraag toegevoegd.
-
Klimplanten mogen niet hoger komen dan de kroonlijsthoogte, en worden in breedte beperkt tot minstens 30 cm afstand van aanpalende eigendommen. Van deze maximale breedte kan worden afgeweken mits onderling schriftelijk akkoord tussen de betrokken eigenaars. Dit akkoord is bij de aanvraag toegevoegd.
-
Indien voor de geplande geveltuin welke werken dan ook aan de voorgevel vereist zijn (bijvoorbeeld voor het aanbrengen van geleidingselementen voor klimplanten), dan is een kopie van een goedgekeurde omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor deze werken bij de aanvraag toegevoegd.
-
De boord van de geveltuin kan niet hoger liggen dan het omringend openbaar domein.
Procedure
Voor je aan de slag kan, moet je een toelating aanvragen via het digitaal formulier.
-
Een geveltuin kan worden aangevraagd door de eigenaar of de huurder van een pand.
-
Bij een aanvraag is een schets toegevoegd, met hierop aangeduid de locatie en afmetingen van de geplande geveltuin, samen met een foto van de voorgevel.
-
Indien een aanvraag wordt ingediend door een huurder van een pand, dan heeft deze de schriftelijke toestemming van de eigenaar. Deze toestemming is bij de aanvraag toegevoegd.
-
Voor de aanleg van een geveltuin is steeds de toelating van het college van burgemeester en schepenen vereist.
-
Voor de aanleg van een geveltuin aan een gewestweg kan toelating enkel worden verleend mits akkoord van het Agentschap Wegen en Verkeer.
-
De toelating wordt verleend op naam van de eigenaar van het pand waarvoor de geveltuin is aangevraagd. Indien er een nieuwe eigenaar is voor dit pand, dan gaat de aansprakelijkheid op deze nieuwe eigenaar over.
-
De toelating wordt verleend voor onbepaalde duur.
Regelgeving
Meer info
Tips voor de aanplanting
-
Klimhulp: Heeft een plant een klimhulp nodig (bv. een metalen kabeltje of raamwerk), monteer dan eerst de klimhulp stevig aan de muur. Een klimplant kan na verloop van tijd immers doorwegen. Laat ongeveer vijf centimeter tussen de klimhulp en de muur zodat de klimplant ook achter de klimhulp kan groeien.
Opgelet: Voor het bevestigen van een klimhulp aan de voorgevel is altijd een omgevingsvergunning nodig. Neem dus eerst contact op met team Omgeving. -
Klimplant planten: Zet de plant vooraf een half uurtje in een emmer water, maak de wortelkluit los en plaats de plant centraal in de plantzone. Ruimte rond de plant kan je vullen met kleine bodembedekkers. Bind de klimplant vast aan de klimhulp en geef de eerste dagen genoeg water.
-
Soorten klimplanten: Een mooi effect krijg je bijvoorbeeld met klimop (Hedera helix), wilde hop (Humulus lupulus), wilde bosrank (Clematis vitalba), wilde kamperfoelie (Lonicera periclymenum) of egelantier (Rosa rubiginosa).
-
Hou je het liever laag? Dan is blauwe druif (Muscari botryoides), prachtklokje (Campanula persicifolia), maarts viooltje (Viola odorata), grote kaardenbol (Dipsacus fullonum), echte valeriaan (Valeriana repens), gewone smeerwortel (Symphytum officinale) of gulden sleutelbloem (Primula veris) mogelijks iets voor jou.
Tips voor het onderhoud
-
Een geveltuin blijft vaak droog omdat de gevel en de dakgoot het regenwater tegenhouden. Geef de planten daarom regelmatig water, zelfs wanneer het heeft geregend. Gebruik hiervoor zo veel mogelijk regenwater. Zo bespaar je meteen leidingwater.
-
Planten putten de bodem uit. Breng daarom jaarlijks een laagje aan van twee centimeter compost. Het verrijkt de bodem met organisch materiaal, gaat verdamping tegen en beschermt de wortels tegen koude.
-
Probeer de planten zoveel mogelijk hun natuurlijke gang te laten gaan. Vogels houden van dichte struiken en (nuttige) insecten overwinteren tussen dode blaadjes en takken. Opgelet: De voorwaarden in het reglement moeten wel worden nageleefd.
-
Maak een klimplant regelmatig vast aan de klimhulp. Zo groeit hij beter.